Wie rondkijkt in een Glazen winkel of online een webshop bezoekt, ziet dat er veel verschillende soorten wijnglazen bestaan. Speciale glazen voor mousserende wijnen zoals champagne en cava, maar ook speciale glazen voor rode wijnen (pinot noir, bordeaux) en witte wijnen (bijvoorbeeld chardonnay). Het lijkt wel alsof elke wijnsoort haar eigen glas heeft. Weet je welke wijn je wilt drinken? Dan heb je nog de keuze om het uit een ‘gewoon’ wijnglas te drinken of uit kristalglas. Wat zijn nu eigenlijk de verschillen tussen beide soorten glas, en maakt het qua smaak verschil uit?
De smaakbeleving verbeterd door het gebruik van helder kristalglas
Kristalglas, niet te verwarren met natuurlijke kristallen, is eigenlijk gewoon glas waar lood aan is toegevoegd. Glas wordt gemaakt van een (verhit) mengsel van zand, kalk en soda. In de zeventiende eeuw ontdekte men dat door lood aan dit mengsel toe te voegen, glas makkelijker te vervormen bleef. Hierdoor werd het voor glasblazers makkelijker om glas te bewerken. Een ander voordeel van kristalglas is dat het helderder is dan normaal glas. Volgens sommige vinologen maakt de kleur van de wijn, die je door kristalglas helderder ziet, een groot verschil wat betreft je smaakbeleving. Oftewel: wijn uit kristalglazen zou beter smaken.
Een vrolijk geluid, maar wel eentje met een aantal nadelen
Zoals je bij een Chinese vaas aan de klank zou kunnen horen hoe duur hij is, zo kun je bij wijnglazen aan de klank horen of het van kristalglas gemaakt is. Een kristalglas maakt bij het proosten namelijk een vrolijk ‘kling!’’-geluid, dat is veel minder dof dan het geluid van gewoon glas. Aan kristalglas zitten ook nadelen: zo kan er lood van het glas in je wijn komen wanneer je de wijn een tijdje laat staan (geen gevaarlijke hoeveelheden, maar toch) en breekt kristalglas gemakkelijker dan gewoon glas. Dat laatste is wel iets om over na te denken, want je wilt natuurlijk niet elke week nieuwe wijnglazen kopen.